Wonen en vrijwilligers

Wat betekent voor ons heden ten dage nog gastvrijheid? In hoeverre zijn wij nog als de weduwe die Elia onderdak geeft en het weinige dat zij heeft met hem deelt? (1Kon 17, 8-16).
Zijn wij allen niet als vreemdeling als wij vertoeven in een andere wijk, een andere stad of wellicht een ander land? In hoeverre verkrijgen wij de gastvrijheid van vreemden die wij op onze beurt niet terug geven?
Christus zelf was vreemdeling toen hij met zijn ouders moest vluchten naar Egypte om uit de handen van de moordlustige Herodes te blijven.
Hoe velen van die vluchtelingen komen niet naar ons land. Om uit handen te blijven van de Herodes van deze tijd.
En hoe gastvrij zijn wij om hen op te nemen en begrip te hebben voor de situatie waar zij vandaan komen?

Natuurlijk moeten wij rekening houden met werkelijke vluchtelingen en gelukzoekers. En natuurlijk dienen we er rekening mee te houden dat ons huis ook eens vol kan zijn.
Maar gelijktijdig leren wij met ons allen dat het vormen van een multiculturele samenleving met de opname van vreemdelingen een verrijking voor onze cultuur betekent. Neem maar als voorbeeld wat voor een uitbreiding de Nederlandse keuken heeft gekregen in de voorbijgaande decennia.
Op menig tafel is de aardappel nog slechts één van de vele vormen van voedselaanbod. Pizza en Chinees zijn al jaren ingeburgerd. Kous-kous, pasta’s, rijstsoorten en Vietnamese loempia’s zijn hard op weg om regelmatig op tafel te komen.

“Vreemdelingen mag u niet slecht behandelen. U weet zelf hoe een vreemdeling zich voelt, omdat u ook als vreemdeling in Egypte gewoond hebt”. (Ex 23, 9)
Dat elders wonen komt ons niet onbekend voor. Als Nederlanders mogen wij graag naar de vreemde trekken. Hoe velen van ons wonen en werken niet op andere plaatsen dan waar zij wegkomen? En hoe velen waarderen het niet dat zij daar een deel van de samenleving mogen zijn? Als we met vakantie zijn vinden we het prettig als we opgenomen worden in de cultuur van de ons vreemde omgeving. Daar proeven we graag van.
Waarom zouden wij dan niet gastvrij kunnen zijn als de vreemdeling bij ons is? Ook hij kan een deel van onze cultuur worden en daardoor wij een deel van zijn cultuur.

Wij zijn allang geen samenleving meer van uitsluitend mensen van ons dorp of onze wijk. Onze wereld is vergroot doordat we sneller reizen en sneller informatie tot ons nemen. De nood op de wereld is niet ver weg maar komt gelijk met krant en tv in onze huiskamers.

In hoeverre accepteren wij dat we steeds sneller groeien naar een multiculturele wereld waar ons land een deel van is?
In hoeverre accepteren wij de vreemdeling die van buiten komt als een gast aan onze tafel? En in hoeverre kunnen wij elkaar verrijken met de goede dingen van elkaar?